Het stond al een hele tijd op haar verlanglijstje, een echt metal festival. En dus trokken Britt en ik samen naar Alcatraz voor een dag. Beginnen met één dag om dan later misschien meer dagen te kunnen gaan en daar te gaan kamperen.
Kortrijk ligt niet naast de deur en dus moesten we vroeg uit ons bed om daar te zijn wanneer alles begon. Gelukkig was er nergens file (raar maar waar) en konden we dus vlot doorrijden. Onderweg naar daar vroeg Britt van alles, maar een deftig festival uitleggen is niet gemakkelijk. Een beetje zoals suikerrock maar dan helemaal anders. Een uitleg waar ze dus niets mee was.
Het werd spannend wanneer we de parking opreden en allemaal mensen zagen met t-shirts van groepen waar wij ook van houden. Britt had haar t-shirt van Fleddy Melculy aan, haar halfgod op het moment.
En dan was het eindelijk tijd om het terrein te betreden, het heiligdom. Haar ogen gingen groot open wanneer ze zag wat ik haar een hele tijd probeerde uit te leggen. Om te beginnen moesten we natuurlijk een t-shirt van Alcatraz kopen, het ultieme bewijs dat we daar waren en vooral omdat ze iets moest hebben om handtekeningen op et verzamelen. Want ze was vast besloten om er een paar te scoren.
Bij de eerste groep was er nog niet veel volk, ik denk dat de meesten nog in hun tent lagen te slapen en dus konden we met gemak vooraan staan. Orden Ogan, nog nooit van gehoord, maar wat zijn die goed. De sfeer zat er al direct in bij ons en bij de rest van de mensen.
In het begin wou Britt niets hebben, geen dorst, geen honger. Tot ik haar het concept ‘festival’ had uitgelegd. Eten, drinken en vooral genieten en nog genieten. Het was haar dag, dus werd ze verplicht om te genieten. Verplicht. En gelukkig luisterde ze.
En dan was het tijd om Alestorm te zien, de groep waar ze ongeveer elk liedje van kent. De groep die ze zo graag wou zien. We hadden geluk en konden helemaal vooraan gaan staan. Niet vlak voor het podium want dat is iets minder genieten omdat daar al de crowd-surfers over komen surfen.
Bij de eerste noot kon ze al kelen welk liedje het was, elk lied opnieuw. Zelfs de security die voor ons stond was verbaasd dat ze alles kende. En Britt was verbaasd dat ook ik stond te kelen, te headbangen en te springen. Na het optreden zijn we nog handtekeningen gaan halen, want dat stond op haar verlanglijst.
We dronken cocktails, zonder alcohol, maar de naam alleen al ‘cocktail’ en aten wat elke deftige festivalganger eet: frit en hamburgers.
We stonden veel te lang op onze voeten om vervolgens gewoon te gaan zitten waar we stonden. En we genoten van de muziek, de mensen en elkaars gezelschap.
Twaalf uur na aankomst zaten we terug in de auto op weg naar huis, doodmoe maar voldaan.
‘Dank je voor alles’ mompelde ze nog onderweg met een zalige glimlach op haar mond.
Graag gedaan, lieve poppemie, ik heb er evenveel van genoten. En volgend jaar maken we er twee dagen van…..